Vlaamse Strijdvlag, herijkt, Watou, installatie 2024
Vlaamse Strijdvlag, herijkt
Vlaamse Strijdvlag, herijkt is de titel van de installatie die ik in 2024 heb ontwikkeld samen met 200 enthousiaste deelnemers. De installatie bestaat uit 500 A4 vellen, waarop met spelden ruim 10.000 uitgeplozen stukjes vlag zijn geprikt. De uitgetrokken draden verspreiden zich als gefilterd geel licht over de vloer.
De vraag die door de curatoren van het Kunstenfestival aan mij voorgelegd werd was verbinding te leggen met de ziel van Watou, met haar inwoners, met een nieuwe wereld. En deze connectie te verbeelden. Die uitdaging nam ik aan. Vanaf januari tot juni 2024 heb ik aan dit project gewerkt, en vooral samengewerkt. Ik besloot de Vlaamse Strijdvlag in te zetten als mijn materiaal. De Vlaamse vlag wordt in Vlaanderen door zowel extreemrechtse als extreemlinkse organisaties en bewegingen tijdens acties en als propaganda gebruikt om hun onvrede en strijd tegen het establishment te laten zien. Door deze vlag in stukken te knippen en met hand en speld de draden eruit te trekken totdat er bijna niets meer overblijft, wordt de structuur van de vlag letterlijk blootgelegd. Niet om te vernielen, daarvoor ga ik te nauwkeurig te werk. Wél wordt ingegrepen in de symboliek, in de strijd, in de polarisatie, in het oordeel, in de aanklacht, in de beschuldiging. Door de vlag te ontmantelen komt een nieuw beeld bovendrijven. Een feminien beeld, de vrouwelijke stem, een authentiek beeld van de samenwerking, van de verbinding. Zij worden naar voren geschoven. Het podium op! Om de polarisatie te bezweren. De toverformule van de tolerantie.
Ruim 10.000 stukjes werden door mij uit 13 meter vlag geknipt en met hand en speld bewerkt door volwassenen, hoog bejaarden, jongvolwassenen, jongeren en kinderen van verschillende achtergronden, identiteiten, levensovertuigingen en werelddelen. Was dit monnikenwerk? Is dit een kunstwerk van het type ‘water naar de zee dragen’. Vast en zeker, ik ben een textielarcheoloog. Door de vlag te fileren vind ik uit waar het werk in de kern over gaat.
Bovenal was het een unieke en inspirerende werkperiode, in de Westhoek van België, waar fijne ontmoetingen plaatsvonden, gesprekken ontsponnen, contacten werden gelegd en in het Arabisch werd gezongen. Mij fascineerde de rijke schakering van de uitgeplozen vlaggenstukken, de intense aandacht die de bewoners van de Lovie opbrachten voor zo’n klein stukje stof, de miniatuur kunstwerken die bijna als vanzelf ontstonden in de handen van de Academiestudenten. De snelheid waarmee de Watouse vrouwen de stof uitplozen. En de rijkdom die het atelier van Wereldwijven met zich meebracht, haar verscheidenheid.
Lees hier het artikel van Ines Minten over de installatie gepubliceerd in De Standaard.
Foto’s ‘Vlaamse Strijdvlag, herijkt’ en ‘woelig kleed’, Michaël Depestele
Foto ‘installatie in de voormalige pastorie’, Sebastian Steveniers